Een recente observationele studie onderzocht een langetermijneffect van flavonoïde-rijk voedsel, zoals bessen, appels en thee op het risico van de ziekte van Alzheimer en andere gerelateerde dementie. Het bleek dat oudere volwassenen die kleine hoeveelheden flavonoïde-rijk voedsel eten, twee tot vier keer meer kans hebben op het ontwikkelen van dementie vergeleken met mensen bij wie de inname hoger is.

Wat zijn flavonoïden?

Flavonoïden zijn natuurlijke stoffen die in planten voorkomen. Voorbeelden van flavonoïde-rijk voedsel zijn groenten zoals uien, fruit zoals peren en appels, bosvruchten zoals blauwe bessen, pure chocolade en op planten gebaseerde dranken zoals thee en wijn. Flavonoïden hebben veel gezondheidsvoordelen. Bijvoorbeeld, ze verminderen ontstekingen en beschermen neuronen tegen gifstoffen die de werking van het zenuwstelsel negatief beïnvloeden. Daardoor is flavonoïde-rijk voedsel veelbelovend voor het voorkomen of minimaliseren van leeftijdsgebonden cognitieve achteruitgang.

Recente studie

Om het effect van verschillende groepen van flavonoïde-rijk voedsel op het risico van dementie te bepalen, analyseerden onderzoekers tijdens een studie met 2800 50-plussers zes soorten flavonoïden. Ze vergeleken de inname van deze zes soorten met het aantal diagnoses van dementie over een periode van 20 jaar. De onderzoekers ontdekten dat een lage inname van vooral drie soorten flavonoïden leidt tot een hoger risico op dementie in vergelijking met de hoogste inname. Tot deze drie soorten flavonoïden behoren:

flavonolen (appels, peren en thee)
anthocyanen (bosbessen, aardbeien en rode wijn)
flavonoïde polymeren (thee, met name groene thee).

In deze studie was een lage inname van flavonoïden gelijk aan geen bessen per maand, ongeveer anderhalve appels en/of peren per maand en geen thee. De hoogste inname stemde overeen met ongeveer 7,5 kopjes bosbessen of aardbeien per maand, 8 appels en/of peren per maand en 19 kopjes thee per maand.

Resultaat

Uit de studie bleek dat de drie soorten flavonoïden verschillende mate van invloed hebben op het risico op dementie. Bijvoorbeeld, lage inname van flavonolen en flavonoïde polymeren verhogen het risico op ziekte van Alzheimer en gerelateerde dementie met een factor twee. Lage inname van anthocyanen verviervoudigt het risico.

Conclusie

Het risico op dementie begint echt toe te nemen vanaf de leeftijd van 70 jaar. Aangezien er momenteel geen effectieve medicijnen beschikbaar zijn voor de behandeling van dementie, is het mogelijk voorkomen van deze ziekte door gezond te eten een belangrijke maatregel.

Volgens de onderzoekers is het zelfs op 50-jarige leeftijd niet te laat om positieve veranderingen in je dieet aan te brengen om kans op dementie te verkleinen. Dat hoeft niet in grote mate. Een kopje (groene) thee per dag en twee of drie keer per week bessen zijn voldoende om met grotere waarschijnlijkheid gezonder oud te worden.